- afwassen
- {{afwassen}}{{/term}}I 〈overgankelijk werkwoord〉1 [door wassen reinigen] laver♦voorbeelden:1 zich afwassen • se débarbouillerbloed van zijn handen afwassen • laver le sang de ses mainsII 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [de afwas doen] faire la vaisselle
Deens-Russisch woordenboek. 2015.